Pleidooi voor het landschap
13 december 2025 t/m 21 juni 2026
In Oosterbeek en omgeving werd de landschapskunst opnieuw uitgevonden. De plek stond zelfs bekend als het Nederlandse Barbizon. Deze schilders waren voorlopers van de later vermaard geworden Haagse School. Ook hedendaagse kunstenaars laten zich inspireren door het Veluwse landschap.
Het kleine dorp Oosterbeek aan de zuidkant van de Veluwezoom is de thuisbasis van de eerste Nederlandse kunstenaarskolonie. Het landschap met zijn bossen en heide, sprengen, vennen en de hoge heuvels van de stuwwal met zicht op de Rijn was tientallen jaren een bron van inspiratie voor een groot aantal kunstenaars. Johannes Warnardus Bilders, die zich in 1841 als eerste in Oosterbeek vestigde, was de ‘founding father’. De schilder werd een inspiratiebron voor velen, zoals Paul Gabriël, Willem Roelofs, de broers Willem en Matthijs Maris en Anton Mauve.
Rond 1900 zorgt de Renkumse kunstvereniging Pictura Veluvensis (1902-1935) voor een nieuwe golf kunstenaars. De bloeiende vereniging organiseert jaarlijks een goed bezochte tentoonstelling. Théophile de Bock, Xeno Münninghoff en Barend Ferwerda zijn binnen dit circuit belangrijke kunstenaars. Bekijk ook het Veluwse landschap van nu door de ogen van hedendaagse kunstenaars, zoals Marthe Zeevenhooven en Iris Duchateau.
De tentoonstelling is grotendeels samengesteld uit de collectie van Museum Veluwezoom dat een nieuwe locatie zoekt. Als dat niet lukt dreigt sluiting van het museum. De tentoonstelling vormt ook een pleidooi voor een museum aan de zuidkant van de Veluwe waar de waardevolle collectie van de oudste kunstenaarskolonie van Nederland te zien blijft.
H.A. van Ingen, Morgennevel aan de Noordberg bij Renkum,
olieverf op doek, 33 x 47 cm.
Barend Ferwerda, Wodanseiken bij Wolfheze,
olieverf op doek, 36,5 x 54 cm Collectie Museum Veluwezoom



